Alimentatie 

ALIMENTATIE

Een alimentatieverplichting is een onderhoudsverplichting naar een ander toe. Er zijn twee soorten: de kinderalimentatie en de partneralimentatie. Beiden kunnen worden verzocht middels een verzoekschrift die door een advocaat bij de rechter wordt ingediend.

Kinderalimentatie
Ouders van kinderen zijn wettelijk verplicht om naar draagkracht te voorzien in de kosten voor de zorg en opvoeding van hun minderjarige kinderen.

De familierecht advocaat zal een berekening maken van de te betalen bijdrage voor de kinderen en middels een verzoekschrift aan de rechter vragen om dit vast te stellen. De berekening zal worden gemaakt aan de hand van de draagkracht van de ouders, de behoefte van de kinderen en de eventuele zorgkorting die van toepassing is.

Ook kan het worden opgenomen in een ouderschapsplan. Dit kan worden bekrachtigd door de rechter, zodat de betaling makkelijker af te dwingen is.

Hoogte van de kinderalimentatie
De behoefte
De behoefte van de kinderen wordt vastgesteld middels de zogeheten NIBUD-tabel. Aan de hand van het netto-gezinsinkomen per maand, de leeftijd van de kinderen en het aantal kinderen wordt bepaald hoe hoog de behoefte van de kinderen is. Wanneer het inkomen van één van de ouders na het vaststellen van de bijdrage stijgt, krijgen de kinderen een grotere behoefte op grond van de tabel en zal een nieuwe berekening gemaakt kunnen worden.

De draagkracht
De draagkracht van elke ouder individueel wordt bepaald aan de hand van het netto besteedbaar inkomen van die ouder (NBI) minus de bijstandsnorm en andere relevante forfaitaire lasten. De bijstandsnorm wordt beschouwd als een bedrag die elke ouder in ieder geval voor zichzelf tot beschikking moet hebben om in het eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. De relevante lasten zijn in ieder geval de woonlasten, de premies voor de ziektekostenwet en aflossingen van de huwelijkse schulden. De bijstandsnorm en de relevante lasten worden als draagkrachtloos inkomen gezien, oftewel deze tellen niet mee voor het berekenen van de draagkracht. Daarna blijft de draagkrachtruimte over, waarvan volgens de Alimentatienorm 70% kan worden aangewend voor het betalen van de onderhoudsbijdrage van de kinderen. De draagkracht wordt van beide ouders berekend, zodat duidelijk wordt wie welk aandeel in het totale bedrag dient te hebben.

De zorgkorting
De eventuele zorgkorting is afhankelijk van de tijd die de niet-verzorgende ouder met de kinderen doorbrengt. Hoe meer tijd de kinderen bij de niet-verzorgende ouder verblijven, hoe meer korting deze krijgt, omdat diegene in zijn of haar eigen tijd ook al kosten voor de zorg en de opvoeding van de kinderen maakt. Deze zorgkorting houdt in:

  • 5% bij een omgang van gemiddeld minder dan één dag per week;
  • 15% bij een omgang van gemiddeld één dag per week;
  • 25% bij een omgang van gemiddeld twee dagen per week;
  • 35% bij een omgang van gemiddeld drie dagen per week.

Wettelijke indexering

Het bedrag dat wordt betaald zal elk jaar onderworpen worden aan een wettelijke indexering. In beginsel is de ingangsdatum van het nieuwe te betalen bedrag 1 januari van het nieuwe jaar.

Jongmeerderjarigen
Wanneer kinderen 18 jaar worden en nog studeren of in ieder geval niet in hun eigen levensbehoeften kunnen voorzien dan duurt de betalingsverplichting voort totdat zij 21 jaar zijn geworden. Het bedrag kan dan rechtstreeks naar de kinderen zelf worden overgemaakt. Daarnaast kan het bedrag geminderd worden indien de jongmeerderjarigen voor een gedeelte in eigen levensonderhoud kunnen voorzien middels een vast inkomen.

Partneralimentatie
Alleen in het geval van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap kan één van de ex-partners verplicht zijn om een onderhoudsbijdrage aan de andere partner te betalen wanneer de relatie ten einde is.

De duur 
Hoelang de plicht geldt, is voornamelijk afhankelijk van de duur van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap. Over het algemeen geldt deze voor de helft van de tijd dat het huwelijk of geregistreerd partnerschap standhield, met een maximum van vijf jaren. Hierop zijn uitzonderingen van toepassing:

  • Indien u samen kinderen heeft, stopt de partneralimentatie pas als de minderjarige kinderen de leeftijd van twaalf jaar hebben bereikt;
  • Als het huwelijk of geregistreerd partnerschap minimaal vijftien jaar heeft geduurd en u binnen minder dan tien jaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, wordt partneralimentatie betaald totdat de AOW start;
  • Wanneer u geboren bent voor 1 januari 1970 en het huwelijk heeft langer dan vijftien jaar geduurd, maar u bereikt de AOW-leeftijd nog niet binnen tien jaar, dan duurt de partneralimentatie tien jaar;
  • Tot slot is verlenging mogelijk indien de rechter dit nodig acht in schrijnende gevallen.

Deze uitzonderingen hebben onder andere te maken met het feit dat de wet van 1 januari 2020 de duur heeft ingekort. Voorheen bestond namelijk een plicht van maximaal twaalf jaar.

Daarnaast kan de partneralimentatie beëindigd worden indien de alimentatiegerechtigde met een nieuwe partner samenwoont als ware deze gehuwd. Hiervoor zijn vijf criteria vastgesteld waaraan moet worden voldaan wil de rechter tot de conclusie komen dat er sprake is van samenwonen:

  1. Een affectieve relatie;
  2. Van duurzame aard;
  3. Een samenwoning
  4. Een gemeenschappelijke huishouding
  5. Wederzijdse verzorging

De rechter is terughoudend in het stopzetten van de partneralimentatie, omdat het intrekken vergaande gevolgen heeft voor de alimentatiegerechtigde. Indien onterecht wordt vastgesteld dat er een nieuwe verzorgende partner is, zal niet in het eigen levensonderhoud kunnen worden voorzien.

De hoogte 
De hoogte van de alimentatieplicht is afhankelijk van de behoefte en de behoeftigheid van de alimentatiegerechtigde en de draagkracht van de alimentatieplichtige.

De behoefte
De hoogte van de behoefte wordt bepaald aan de hand van het netto gezinsinkomen ten tijde van het huwelijk minus de kosten van de kinderen. De behoefte wordt dan vastgesteld op 60% van het netto gezinsinkomen.

De behoeftigheid
Daarna wordt bekeken in hoeverre deze persoon zelf in de vastgestelde behoefte kan voorzien. De rechter kijkt naar de mogelijkheid van partijen om hun eigen inkomsten te genereren. Heeft één van de partners geen of een laag inkomen, maar kan diegene wel of meer werken, dan houdt de rechter hier rekening mee bij het vaststellen van de verdiencapaciteit. Het verschil tussen de behoefte en de vastgestelde verdiencapaciteit is de behoeftigheid van iemand.

De draagkracht
Ook dient te worden gekeken naar de draagkracht van degene die moet betalen. Indien al in de kosten van de kinderen wordt voorzien dan zal hij of zij geen verplichting opgelegd krijgen tot het betalen van een onderhoudsbijdrage voor de partner wanneer diegene na het betalen van de kinderalimentatie onvoldoende draagkracht over heeft om ook nog in de partnerbijdrage te voorzien.

Inkomensvergelijking (Jusvergelijking tot 01-01-2023)
Het is denkbaar dat de alimentatieplichtige wel in de behoefte van de alimentatiegerechtigde kan voorzien, maar door het betalen van de alimentatie minder aan vrij besteedbaar inkomen overhoudt dan de alimentatiegerechtigde. Dit wordt als een onwenselijke situatie beschouwd. In een dergelijke situatie wordt de zogeheten inkomensvergelijking (voorheen jusvergelijking) gemaakt en wordt een correctie toegepast.

Aanvraag indienen

"*" indicates required fields

Naam*
This field is for validation purposes and should be left unchanged.

Contact

Heb jij vragen over onze diensten of een algemene vraag? Neem dan contact met ons op via onderstaande knop.